-
De Dakvruchtappel ‘Schone van Boskoop’ (Malus Domestica) is een vrucht gevende dakboom met stevige groen blad, een rijke bloei en een mooie herfstkleur. In het najaar geeft deze boom de ‘Schone van Boskoop’ appels, die beter bekend zijn onder de naam Goudreinette. Een prachtige fruitboom die door zijn dakvorm ook prima is toe te passen als natuurlijke parasol in een kleinere tuin.
-
De Dakvruchtpeer (Pyrus Giesser Wildeman) is een vrucht gevende dakboom met stevige groen blad, een rijke bloei en een mooie herfstkleur. In het najaar geeft deze boom de Gieser Wildeman peren, het bekendste stoofperen ras. Door zijn trage groei is de Dakvruchtpeer ook geschikt voor de kleinere tuin.
-
Deze boom heeft een losse, open kroon. Hij heeft grote, frisgroene bladeren van 70 centimeter groot, die bladeren bestaan weer uit kleine deelblaadjes van 5-7 centimeter groot. In juni bloeit die met witte pluimen wat later peulen worden die er lang in blijven hangen. Hij heeft een diepgegroefde, donkergrijze stam.
-
De driebloemige esdoorn is een kleine tot middelgrote boom. Hij heeft bruingrijze, licht afschilferende bast. Hij heeft groene bladeren die licht behaard zijn. In het najaar verkleuren de bladeren tot oranje en rood. Dit is dan ook zijn belangrijkste sierwaarde. Kan overal toegepast worden maar geeft de voorkeur aan een lichtzure grond.
-
De eenstijlige meidoorn is een inheemse boom die niet groten wordt dan 8 meter. Hij heeft diep ingesneden, donkergroen blad wat in de herfst verkleurd naar geel. Op de takken heeft de boom venijnige takdoornen. Hij bloeit in mei met enkelvoudige, goed ruikende witte bloemen. Deze bloemen vormen dofrode steenvruchten in de herfst die een voedselbron zijn voor vogels. Kan op alle grondsoorten toegepast worden.
-
Deze es wordt 20 tot 25 meter hoog en kan tot 15 meter breed worden. Hij heeft donkergroene geveerde bladeren, die in het najaar geel verkleuren. Het is een snelgroeiende boom en goed toepasbaar in groenstroken en niet te droge grond. Door zijn goede doorworteling is de boom goed bestand tegen de wind.
-
Deze esdoorn is een klein boompje die ongeveer 7 meter groot wordt. Hij wordt geënt op een stam en wordt ongeveer 5 meter breed. De belangrijkste sierwaarde is zijn bladkleur. In het voorjaar loopt de boom met bijna roze bladeren uit die later verkleuren naar geeloranje. De onderzijde van het blad is lichtgroen. Doordat het een kleine boom is en blijft kan die ook in tuinen toegepast worden. Hij kan op elke grondsoort toegepast worden.
-
De Fladderiep is een inheemse boom in Europa. Hij heeft een grote, open kroon en kan ongeveer 30 meter hoog en breed worden. De bladeren hebben een schuine bladvoet en hebben een grof gezaagde bladrand. De boom heeft een gele herfstkleur die niet heel opvallend is. Hij is sinds korte tijd pas bekend omdat hij minder wordt aangetast door de iepziekte. De kever die dit verspreidt mijdt de boom namelijk.
-
Deze sierkers heeft een prachtige bloesem en herfstkleur. In maart/april bloeit hij met prachtige en rijk met bloemen gevulde takken. De bloemen zijn lichtroze. In de zomer is het geen bijzondere boom, hij heeft gewone groene bladeren dus valt niet op. In het najaar verkleuren de bladeren van groen naar een mooie, oranje en rode kleuren. De boom wordt maximaal 4 meter hoog en is hiervoor dus ook geschikt voor in wat kleinere tuinen. Het is ook een aantrekkelijke boom voor bijen en de besjes zijn gewild bij de vogels.
-
Deze kleine boom wordt ongeveer 8-10 meter hoog. Hij heeft een lage vertakking. Wordt meestal toegepast vanwege zijn bijzondere gele herfstkleur. Hij bloeit met witte, hangende pluimen die iets geuren. Later vormt de boom groene peulen die eerst naar bruin verkleuren en daarna naar donkerpaars. Als de jonge twijgen beschadigt worden is er geel hout te zien vandaar de naam ‘Geelhout’.
-
De Gele Himalayaceder (Cedrus Deodora 'Aurea') is een slanke naaldboom met naalden in bundeltjes. Op jonge leeftijd gevoelig voor extreme kou. Zijn naalden zijn lichtgroen met een gelige glans. De cedrus geeft kegels in het najaar, die naarmate ze verder rijpen verkleuren tot roodbruin. Het is een wintergroene boom.
-
De gewone es is een inheemse, snelgroeiende boom die 30 meter hoog kan worden. Hij heeft een ronde, grote kroon. Zijn bladeren zijn oneven geveerd. De bladknoppen zijn opvallend zwart en dus herkenbaar. Hij heeft frisgroene balderen die geen bijzondere herfstkleur krijgen. Als vrucht geeft de boom gevleugelde noten. Hij groeit het beste op een natte, vruchtbare bodem.